Plato: De Republiek, Hoofdstuk 7 |
Archiati's verwijzing naar de 5e voordracht (GA 212; Dornach, 7 mei 1922; bladzijde 88 t/m 111) van Rudolf Steiner opgenomen in de voordrachtenreeks Menschliches Seelenleben und Geistesstreben im Zusammenhange mit Welt- und Erdentwickelung (GA 212) is relevant. Steiner wijst in die voordracht op verrassende finesses van zijn geschrift De Filosofie van de vrijheid (GA 4, 1894; Uitgeverij Christofoor, 2012). Zijn kijk op wat hij een gezonde en gerechtvaardigde vorm van mystiek achtte, te onderscheiden van een ongezonde en te verwerpen vorm, wordt in die voordracht in verband gebracht met het basiskarakter van een modern menselijk kennisbewustzijn. Buitengewoon relevant en zeer lezenswaardig. Ik kan niet anders zeggen. Dieptepsychologie in het kwadraat. Tijd om de inhoud van die voordracht voor lezers te behandelen of nader (aan) te duiden, heb ik nu echter niet.
De laatste naar het Nederlands vertaalde versie van GA 8 De christelijke inwijding en de mysteriën van de oudheid (Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, 2007; GA 8, 1902) schaf ik later deze maand aan. Reeds tientalle jaren staat een oudere naar het Nederlands vertaalde versie van GA 8 in mijn boekenkast. En die draagt weer een andere titel, hoewel de inhoud natuurlijk hetzelfde is: Het christelijk opstandingsmysterie en de voorchristelijke mysteriën (Uitgeverij Vrij Geestesleven, 1979). Ik wil nu wel eens zien hoe de redactionele omlijsting en de kwaliteit van de vertaling is van deze uitgave van 2007.
Gerard Koolschijn |
De immorele begeerten (uit Plato’s werk Politeia, De Staat); Plato:
‘ […] Rest alleen nog de dictatoriale mens zelf. We moeten nagaan hoe die zich uit de democratische mens ontwikkelt, wat voor iemand het is en of hij een gelukkig leven heeft of niet.
Overigens mis ik eigenlijk nog iets. In die kwestie van de behoeften geloof ik niet dat we de verschillende soorten al voldoende hebben onderscheiden. En zolang daaraan nog iets ontbreekt, zal ons onderzoek te vaag blijven. Maar het is nog niet te laat. Kijk, ik zou graag het volgende vaststellen. Bij die niet-elementaire genotservaringen en behoeften horen naar mijn idee ook bepaalde immorele begeerten die ieder mens in aanleg lijkt te hebben, maar die in bedwang worden gehouden door wet en normen en door de betere begeerten met behulp van het verstand. Sommige mensen raken er volledig vanaf of houden er maar weinig over, die dan nog zwak zijn ook, maar bij anderen zijn ze sterk en talrijk.
Ik bedoel de begeerten die ‘s nachts wakker worden, wanneer de rest van de psyche, het rationele, zachtaardige deel dat de begeerte regeert, slaapt en wanneer het wilde, dierlijke element, gevuld met voedsel of sterke drank, tekeer gaat, de slaap afschudt en op weg gaat om zich uit te leven. Je weet, op zo'n moment is het tot alles in staat, volledig ontdaan als het dan is van schaamtegevoel en redelijk vermogen. Het schrikt bijvoorbeeld in zijn fantasie helemaal niet terug voor een poging tot seksueel contact, niet alleen met de eigen moeder, maar met elk willekeurig ander mens, god of dier. Het ziet niet op tegen de meest zondige moord en onthoudt zich van geen enkel voedsel. In één woord, geen enkele dwaasheid of perversiteit blijft dan achterwege.
Wanneer je nu een gezond gestel bezit en jezelf in de hand hebt, zorg je voordat je gaat slapen dat je het rationele element in jezelf hebt wakker gemaakt en op degelijke intellectuele bezigheden getrakteerd, zodat je tot bezinning bent gekomen. Het element van de begeerte stel je niet aan gebrek bloot, maar ook niet aan verzadiging, zodat het inslaapt en niet met zijn vreugde of verdriet het beste element last bezorgt. Dat krijgt dan de kans alleen en op zichzelf zuiver na te denken en ernaar te streven uit verleden, heden of ook toekomst iets waar te nemen wat het niet weet. Op dezelfde manier moet je ook je wilselement kalmeren en niet in opgewonden toestand inslapen doordat je je op iemand kwaad hebt gemaakt. Wanneer je je dus pas te slapen legt nadat je die twee elementen tot rust hebt gebracht en het derde waarin het denken plaatsvindt hebt geactiveerd, - je weet dat je onder die omstandigheden niet alleen het dichtst de waarheid benadert, maar dat ook de beelden die in je droom verschijnen in dat geval het minst immoreel zijn.
Nu, dat was dus even een uitweiding. Wat we willen vaststellen is in elk geval dat er blijkbaar in ieder mens een of ander verschrikkelijk, wild en zedeloos soort begeerten huist, ook al maken sommigen van ons een heel beheerste indruk, en dat die begeerten zich blijkbaar manifesteren in dromen. […] '
Bewust zijn ziel
Ik weet dat mijn dagen zijn geteld
en ik tel ze,
want ik wil weten mijn som;
...dom
draad...
klaar ligt nieuw gewaad.
Wat mij voorttrok?
De dagen van weleer.
(Zij kijken op mij neer.)
Maar ik zie nu onder ogen,
andere ogen,
mij.
Mij ben ik.
Ik ben ik.
Ik ben.
Ik.
Goud glinstert.
(J.W.)
Opmerking
BeantwoordenVerwijderenOh juist, bij de laatste uitgave van de vertaling van GA 8 door Stichting Rudolf Steiner Vertalingen is de vertaling net als de oude uitgave verzorgd door P. Henny-van Suchtelen en E. Menten-van Essen. Er zijn wel twee toelichtingen aan toegevoegd, één van Michel Gastkemper en één van Christine Gruwez.
Vervolgopmerkingen
BeantwoordenVerwijderen¶
De tweede alinea van dit blog is vandaag aangepast. Het was onnodig ingewikkeld opgesteld. De vierde alinea paste ik ook aan. Is nu meer tot he point.
¶
Elementen van mijn blogs op Cahier zal ik vanaf deze week simultaan gaan gebruiken bij het weekjournaal van mijn schrijfbureau. Serious business now. It’s on!
¶
De bovenstaande tekst van Plato, De immorele begeerten uit zijn werk De Staat, is nog altijd actueel. Het wijst op de waarde van de deugd bezonnenheid (bedachtzaamheid en matiging).
¶
Het debat over de ‘brexit-deal’ van premier May is zojuist begonnen. Bezonnenheid is daar ook geboden...
Ik zie nu dat Pietro Archiati's voorwoord bij bovengenoemde boekuitgaven (deel 1 en 2) ook gewoon op de website van zijn uitgeverij staat: Voorwoord van Pietro Archiatri, 2005.
BeantwoordenVerwijderen